Ingezonden: 'Een lesje, hoe trap je iemand vakkundig de grond in'
In dit artikel:
Ronnie Meurs, vrijwilliger en al veertien jaar de trotse “adoptant” van een rotonde in Zoetermeer, voelt zich diep teleurgesteld nadat hij recent een brief van de gemeente ontving waarin hij voortaan een jaarlijkse huur van €1.000–€1.500 zou moeten betalen voor de rotonde die hij zelf heeft aangelegd en onderhouden.
Wat voorafging: in de zomer van 2011 nam Meurs een sterk verwaarloosde rotonde onder handen nadat de gemeente duidelijk maakte dat zij het onderhoud niet langer wilde uitvoeren. Na zevenmaal verschijnen bij de welstandscommissie en uitgebreide tekeningen en toelichtingen kon hij beginnen. Met eigen middelen, elektrisch gereedschap, veel handenarbeid en later houten elementen en fotoborden transformeerde hij het stuk groen. Buurtbewoners droegen bloembollen en planten aan, ondernemers doneerden geld of materialen bij vernieling, en familieleden hielpen met het planten van grotere struiken en een esdoorn die inmiddels volwassen is.
Community en natuur: de rotonde groeide uit tot een ontmoetingspunt en een kleinschalig biodiversiteitsproject. Er zijn nectarrijke bloemen en afgestemde snoeimomenten zodat insecten in het najaar voedsel en overwinteringsplekken vinden; een haas werd er gesignaleerd. Een levensgroot portret van een oudere dame — onthuld tijdens een feestelijk moment waarbij zij met rolstoel aanwezig was — vormt een emotionele verbinding met de buurt; inwoners rijden bewust om te zwaaien naar “oma” op de rotonde.
Problemen en kosten: vandalisme en diefstal veroorzaakten jaarlijks aanzienlijke kosten: fotopanelen werden beschadigd of gestolen, palen werden uit de grond getrokken. Meurs herhaalde malen aan kosten op zich genomen, gesteund door lokale sponsoren of crowdfunding nadat borden werden vernield. Ondanks deze werkzaamheden kreeg hij beloningen in de vorm van complimenten en positieve rapportages over de staat van de rotonde.
De nieuwe regeling: de recente brief van de gemeente, ondertekend door een ambtelijk jurist, kondigt een nieuwe “informatie overeenkomst rotondes” aan waarbij adoptanten voortaan huur moeten afdragen. Meurs voelt zich verraden: hij zegt jarenlang kosten te hebben bespaard voor de gemeente en vrijwilligerswerk te hebben verricht zonder vergoeding, en nu plots een financieel beslag te krijgen. Hij stelt vragen bij de rechtvaardigheid van het beleid, de waardering voor vrijwilligers en de mogelijke rol van externe partijen die wellicht met winst worden betrokken.
Kritische punten en oproep: Meurs merkt dat sommige rotondes minder goed onderhouden zijn, maar dat kommunen controles en herverdeling naar nieuwe adoptanten hadden kunnen regelen. Hij is vooral geraakt door de zakelijke toon van de aanpak en vermoedt dat de juridische afdeling een regeling heeft gecreëerd waartegen vrijwilligers weinig kunnen doen. Zijn dringende verzoek aan de gemeente is om dit besluit te heroverwegen, in gesprek te gaan met bestaande adoptanten en rekening te houden met de maatschappelijke waarde van vrijwilligerswerk in plaats van hen financieel te belasten.
Context (korte toelichting): veel gemeenten werken met adoptie- of vrijwilligersinitiatieven om beheer van groen te stimuleren en kosten te drukken. Tegelijk ontstaan er steeds vaker discussiepunten over aansprakelijkheid, uniformering, en of vrijwilligers moeten betalen of juist worden gecompenseerd. Meurs’ brief illustreert de botsing tussen gemeentelijk beleid en het lokale vrijwilligersgevoel: jarenlange betrokkenheid en investeringen van inwoners versus nieuwe regels die de relatie veranderen.
Eindstandpunt van de schrijver: diep teleurgesteld en ontmoedigd hoopt Meurs nog op een ommekeer zodat de rotonde, die een kwart van zijn leven is geworden, behouden blijft zonder dat hij als vrijwilliger plotseling financieel wordt benadeeld.